Steeds meer professionele gladheidsbestrijders stappen van het traditionele droogstrooien over op innovatievere methodes: natstrooien of pekelsproeien. Maar wat is precies het verschil tussen deze technieken? En met welke zaken moet je rekening houden als je zelf de overstap wilt maken? We zetten het voor je op een rijtje.
In Tuin en Park Techniek verscheen in 2011(!) al een uitgebreid artikel over de voordelen van natstrooien en pekelsproeien ten opzichte van droogstrooien. Bron: Wageningen University & Research eDepot.
Het traditionele droogstrooien is nog steeds de bekendste manier van gladheidsbestrijding. Het is ook de eenvoudigste methode: met een strooimachine verspreid je droog zout (of zand) op het te behandelen terrein. Het zout moet na het strooien nog wel ‘geactiveerd’ worden, bijvoorbeeld door eroverheen te rijden.
Droogstrooien is een eenvoudige en effectieve vorm van gladheidsbestrijding, maar het heeft ook een belangrijk nadeel. Je verbruikt (veel) meer zout dan bij natstrooien of pekelsproeien. Daardoor is het niet alleen duurder qua zoutverbruik, maar ook slechter voor het milieu.
Natstrooien is een tussenvorm tussen droogstrooien en pekelsproeien. Bij deze techniek wordt het strooizout vooraf bevochtigd met een pekeloplossing. Hierdoor kun je nauwkeuriger strooien én blijft het zout beter op de weg liggen. Daardoor verbruik je minder zout. Zo bespaar je kosten en het is beter voor het milieu. Tot slot kun je met nat zout op een hogere snelheid strooien dan met droog zout.
Natstrooien geldt onder professionele gladheidsbestrijders inmiddels als de meest gangbare techniek. Rijkswaterstaat gebruikt natstrooien bijvoorbeeld als standaard methode.
Pekelsproeien (ook wel pekelspuiten genoemd) is de meest innovatieve vorm van gladheidsbestrijding. Doordat je sproeit in plaats van strooit, krijg je een nog betere verdeling van het materiaal op het wegdek en heb je nog minder zout nodig dan bij natstrooien. Zie ook het onderstaande rekenvoorbeeld van onze machineproducent HillTip.
In het voorbeeld hierboven rekent HillTip voor dat je voor het droogstrooien van een traject van 1 kilometer lang en 2 meter breed 60 kg zout nodig hebt. Bij natstrooien heb je voor hetzelfde traject slechts 34 kg zout nodig en bij pekelsproeien slechts 15,4 kg. Bron: Brochure HillTip zoutstrooiers en pekelsproeiers (pdf).
Wil je meer weten over de mogelijkheden van natstrooien of pekelsproeien? We staan je graag persoonlijk te woord!
Neem vooral contact met ons op!